donderdag 30 maart 2023

Schat zonder kroon

De meneer die even een kantoor uit kwam om te kijken wat we kwamen doen leek me een leidinggevende. Dat verklaarde tenminste waarom hij zich weer omdraaide toen hem duidelijk werd dat we twee toegangsbewijzen wilden kopen in het Archeologische Museum in Preslav. De bewakingsmevrouw zei nog maar eens, wat gegeneerd door alle traagheid dat er echt zo iemand kwam. Zo duurde nog best vrij lang.  

Preslav ligt op iets van een klein anderhalf uur rijden van Palamartsa. Het is een goed uitziende, niet al te grote stad die, maar daar raken we al aan gewend, vrij uitgestorven leek toen we er doorheen reden. Het museum en de bijbehorende opgravingen liggen net buiten de stad. Preslav is, of beter was de tweede hoofdstad van het Eerste Bulgaarse Rijk. Pliska was de eerste hoofdstad maar die ligt iets verder weg dus die komt later. Het Eerste Bulgaarse Rijk bestond van 681 tot 1018. Preslav was de hoofdstad van 893 tot 972. Alle jaartallen zijn van na Jezus.

Nadat er iemand uit een krocht was opgediept om ons een kaartje te verkopen (3 euro pp) wees de bewakende mevrouw ons op een bordje met "Treasury" er stond een pijl onder dus ik dacht dat we het wel konden vinden. Toch liep de bewakende mevrouw met ons mee. En dat bleek iets later hoognodig te zijn. In 1978 is er vlak bij Preslav een omvangrijke "schat" gevonden die was weggestopt in het fornuis van een opgegraven huis. Kettingen, munten, van alles en vooral veel goud. De schat wordt in het museum bewaard in een heuse kluis met een echte kluisdeur. De bewakende mevrouw maakte hem vrolijk open en zo kwamen we bij de vitrines. Er mochten geen foto's worden gemaakt en omdat de mevrouw op een stoel in de kluis ging zitten heb ik dat verbod voor deze keer maar opgevolgd. Op de website van het museum, hier, kun je een deel van de schat zien. Van de kluis werd ik vrij giechelig en veel heb ik niet met sierraden of gouden spul maar het meeste was mooi, fijn gemaakt en door handig gebruik te maken van spiegels kon je voor, achter, onder en andere kanten goed bekijken. En de bewakende mevrouw lachte er vrolijk bij.

De opgravingen zelf liggen een kilometer of wat verder. Het kaartje van het museum is ook geldig voor de opgravingen maar helaas was er niemand die ons kwam controleren. Er waren verder ook geen bezoekers. We slenterden over het terrein, liepen over wat opgegraven funderingen en lazen wat uitlegborden. Door een gerestaureerde poort liepen we naar een oude kerk. Via een wenteltrap kon je de poort ook boven bekijken. Mocht je ooit in Preslav komen klim dan niet met een klein kind naar boven. In de vloer zaten enorme sleuven waar een niet al te dik kind moeiteloos doorheen zou vallen. De oude kerk was daarna een tegenvaller. Op de fundamenten had men met communistisch beton delen van de kerk teruggebouwd. Dat doen ze hier wel vaker. Je moet daarvan houden. En waarom zou je? 

In het museum is er, naast de kluis nog een hoop te zien. Niet intimiderend veel, gewoon een behapbare hoeveelheid. Fijne potscherven, mooi gebroken aardewerk. Heerlijk. Toen we alles zo'n beetje waren langsgelopen zagen we de bewakende mevrouw met drie andere bezoekers naar wat mensgrote poppen lopen. Het kind en de moeder werden in glanzende mantels gehezen en kregen een kroon op. De bewakende mevrouw zag ons toekijken en gebaarde vrolijk dat wij ons ook best mochten komen verkleden. Nu hebben we vorig jaar in een ander museum al aan zwaardvechten gedaan maar dit ging mij toch iets te ver. Deze keer dan. Want we gaan nog wel een keer naar Preslav. De schat is mooi, de opgravingen zijn fijn landerig en ik vergat een saai boek dat is nooit ga lezen over de geschiedenis te kopen. En als we er dan toch zijn, ach, dan staat zo'n kroon me misschien best goed.


donderdag 23 maart 2023

Dingen die ik ook niet echt begrijp

"Beschermde zone" staat er op de bordjes die je, vaak kilometers verwijderd van de bewoonde wereld, tegenkomt bij de graanvelden hier. Soms, nadat ik even om me heen heb gekeken loop ik dan een meter of zo zo'n veld in. Maar er is nooit een bewaker, een busje of een drone die ingrijpt. Ik begrijp het hele idee ook niet. Alsof je ongemerkt even met je enorme maaimachine illegaal een immens graanveld leeghaalt. En nu zeker niet. De graanpakhuizen in Bulgarije liggen, volgens de producenten vol met graan dat niemand meer wil kopen. En dat komt dan weer door de oorlog in Oekraïne. Oekraïense boeren produceren voor veel minder geld hun graan en sinds de oorlog zijn allerlei importheffingen op Oekraïens graan vervallen. Hierdoor is de absurde situatie ontstaan dat het goedkoper is voor Bulgaarse verwerkers van graan om Oekraïens graan te importeren dan om Bulgaars graan te gebruiken. De EU geeft 16 miljoen euro aan Bulgarije om dit verlies goed te maken. Maar de graanproducenten vinden dit bedrag, ik had om wat voor reden dan ook niet anders verwacht, niet genoeg.


Laatst regende het en omdat je dan toch iets moet doen heb ik me eens verdiept in het rare fenomeen dat Annet en Ik hier in supermarkten soms zien. Nadat alle producten zijn gescand, al dan niet zuchtend door de al dan niet somber kijkende kassamevrouw geeft de klant haar geen bankbiljetten maar een soort van boekenbon. Nu gingen we er, misschien gemakzuchtig vanuit dat dit een soort van "geld voor mensen in een uitkeringssituatie" was maar het blijkt om in Bulgarije doodnormale onderdeel van je salaris te gaan. Zo'n 500.000 mensen krijgen een deel van hun salaris in de vorm van bonnen. Nu is het niet zo dat je je hele salaris in de vorm van bonnen kunt krijgen. Het maximale bedrag per werknemer is 200 leva, zo'n 100 euro. Omdat er geen btw over wordt geheven is het een erg populaire manier voor werkgevers om het salaris te verhogen. Er zijn tientallen bedrijven die de bonnen maken en ze worden door meer dan 10.000 winkels, restaurants etc aangenomen. Het is een hele bedrijfstak, met ceo's en al. Wat de reden was om ooit met die bonnen te beginnen heb ik helaas nog nergens kunnen vinden.

Ik zag hem voor het eerst in Zdravets. Maar dat kwam eigenlijk omdat er een erg leuk hondje voor lag. Sinds een half jaar of zo staat er hier ook één in het dorp. Net als andere mensen gooien wij er om de zoveel tijd de opgespaarde plastic doppen in. Nu geloof ik dat in Nederland ook doppen worden gespaard. Maar daar worden er, dacht ik, blindengeleidehonden van betaald. Hier wordt het inzamelen gedaan door de stichting "Caps for the future" en die koopt er couveuses voor kleinere Bulgaarse ziekenhuizen voor. Gelukkig hebben Annet en ik nog geen gebruik hoeven te maken van een dokter of het ziekenhuis. Annet is wel een keer met de buurman naar het ziekenhuis in Popovo gereden, en van wat ze van dat ziekenhuis zag was ze niet echt onder de indruk om het optimistisch te zeggen. En laatst las ik het bericht dat een longziekenhuis aan de kust de elektriciteit niet meer kon betalen en alle patiënten toen maar naar huis stuurde. Ik geloof dat onder dat bericht een vreselijk cynische maar misschien wel terechte zin van een lezer stond, "Als de staat faalt ga je doppen sparen".  


donderdag 16 maart 2023

Poezenfoto's helpen misschien nog.

Nu zou ik eigenlijk een blogje schrijven over de gezondheidszorg in dit land, en hoe dat te maken heeft met het sparen van plastic doppen. Maar ook in Bulgarije is het de dag na de avond daarvoor. 

Dus, omdat het vandaag toch regent las ik de opmerkingen op mijn Twitterlijn over de verkiezingen van gisteren. Over dat het vanzelf wel implodeert want dat doen "dat soort" partijen altijd. Of dat het allemaal gewoon de zoveelste verschuiving op rechts is. En dat er internationale verdragen zijn waar "men" zich aan moet houden. Al met al, het lijkt rot maar het valt vast wel weer mee. 

Zelf denk ik dat vandaag alleen poezenfoto's nog helpen. Maar ik woon in een land dat al veel langer niet meer functioneert. 


Lenie en Henk. Henk kan ondertussen alweer al zijn benen gebruiken. 


Lies onder de kachel in de keuken. Lies is ondertussen gesteriliseerd en overweegt binnen  te komen wonen. Ze laat het ons nog weten.


Ollie en Wim liggen soms heel gezellig bij elkaar. Al moet daar dan wel bij gezegd worden dat ze gewoon alle twee op die plek willen liggen en de ander maakt geen plaats.


En Gijs? Gijs is een tevreden poes. Gijs slaapt.





dinsdag 7 maart 2023

Het is schemerig in de bibliotheek van Popovo

Het is misschien raar, ik werkte toch meer dan 40 jaar in bibliotheken, maar het duurde meer dan een jaar voor ik me realiseerde dat er in de bibliotheek in Palamartsa een wezenlijk bibliotheekding ontbrak. Er is geen catalogus. Geen kaartenbak en op de twee pc's die er zijn zit ook geen handig linkje. Nu kan ik best zonder catalogus maar toch, het voelde toch, tja, leeg, apart, onvolledig.

Palamartsa is onderdeel van de gemeente Popovo. In die stad woonden in 2016 14.589 mensen, en dat zijn er daarna ongetwijfeld alleen maar minder geworden. Alleen heeft niemand de wikipediapagina meer aangepast.

De bibliotheek in Popovo is, zoals bijna alle bibliotheken in niet zulke heel grote plaatsen ondergebracht in een zogenaamde chitalishte. Een chitalishte zou je een multifunctioneel centrum kunnen noemen als die woorden niet zo zouden rieken naar overlegstructuren en integrale aanpakken. In Popovo zijn een theaterzaal, een bioscoop, wat andere zaaltjes die te gebruiken zijn door de bevolking en de bibliotheek onderdeel van de chitalishte. En hij ligt handig gelegen vlakbij de dierenarts en de verfwinkel. 

Toen Annet en ik, op zoek naar een bibliotheek met catalogus de chitalishte binnen kwamen dook de enige in de hal aanwezige mevrouw meteen achter haar kassa en begon omzichtig in allerlei papieren te bladeren. We negeerden haar. De bibliotheek zat ergens boven, dat wisten we van jaren terug. Enige bewegwijzering ontbrak verder geheel. Nee, er waren ook geen handgeschreven papiertjes. Via blinkend gepoetste trappen met akelig lage leuningen (Bulgaren zijn vaak niet echt lang) gingen we alle verdiepingen af. Op de derde verdieping hield alles op en net toen we teleurgesteld toch maar naar de mevrouw in de hal wilden gaan zag ik een bordje op een dichte deur zitten, "Bibliotheka". Gevonden!

De ruimte die we, na het openen van de deur betraden was, schemerig, duister kan ook. Maar dat zegt hier niets. In winkels en openbare gebouwen is vaak een stuk minder verlichting dan in Nederland. We hebben al wat aarzelend in deuropeningen gestaan, is het open of dicht? De bibliotheek was open. Een mevrouw deed wat licht aan en verdween weer in stilte. 

Er was een jeugdafdeling. Die zag er, ja, gut, voor hier gematigd vrolijk uit. 

Er was een tentoonstellingstafel met een presentatie van boeken over de nationale held nr 1 Vasil Levski. Ik herken het gezicht van meneer Levski tegenwoordig. Ik ben er nog niet uit of ik dat fijn vind. Maar, opvallend was dat de boeken geen rugetiket hebben. Hoe ze die dingen opruimen ontgaat me nog totaal. 

Rechts van de jeugdafdeling stonden de boeken voor de volwassenen. Toen we daarheen liepen deed iemand heel vriendelijk daar de verlichting aan. En alweer, ja, gut, maar nu erger. De collectie was op zijn minst oud en elke vorm van uitleg of wat dan ook ontbrak. Er stonden romans maar het leek of die al in geen kleine eeuwigheid waren aangeraakt. De studieboeken stonden op iets dat op het siso leek. Of het udc maar tijdens die lessen heb ik vroeger nooit echt opgelet. 

Er waren wat lp's. Er was wat bladmuziek en er stonden wat vertelplaten over de goeie ... nou ja, vroeger.

Annet bleek plots op zoek te zijn naar kookboeken. Er zijn heel veel kookboeken in Bulgarije. De communisten begonnen er ooit mee, wie goed eet produceert meer (daar is een boek over maar dat is, geloof me vreselijk saai). Maar we konden geen kookboek vinden. De eerste mevrouw aan wie we hulp vroegen haalde er een tweede bij. En die mevrouw haalde er weer een ander bij. Dat was de bibliothecaresse, ik ken het type. Zij begreep Annet waarschijnlijk volledig verkeerd en bracht ons naar weer een andere zaal waar in een soort magazijnopstelling nog meer boeken stonden. Waaronder Engelse boeken. Volgens Annet ging de mevrouw daarna verder zoeken naar kookboeken maar ik geloofde daar niet zo in. Ik ken het type. 

Nadat de mevrouw heel erg niet meer terugkwam besloten we maar wat Engelse romans mee te nemen. Je moet toch wat. Aan de opmerkelijk kleine balie waarboven geen bordje met "Balie" hing werd Annet lid. Hoewel er twee mensen voor nodig waren ging dat inschrijven redelijk vlot. Het kostte, omgerekend 5 euro. We kregen geen pas of zo. Annet heeft nu een velletje met haar naam erop, en de dingen die ze leent. Dat velletje staat in een kaartenbak op de balie. We mogen de boeken 20 dagen houden. We kregen geen folder dus ik heb geen flauw idee wat er verder nog kan in de bibliotheek. Ik denk niet dat je er terecht kunt voor het printen van je bankafschriften. Maar dat hoeft hier ook niet want banken hebben gewoon nog 5 balie's die open zijn en als je ogen niet meer zo goed zijn vraag je gewoon een wildvreemde of die je pincode in wil tikken (echt, het is ons overkomen). 

Al met al, de bibliotheek in Popovo is groter dan in Palamartsa maar ik vond er niet heel bijster veel leuks aan. Opvallend was dat waar in Palamartsa, waar veel buitenlanders wonen de boeken in vreemde talen middenin de bibliotheek staan die in Popovo stonden weggestopt in het magazijn. En de bibliotheekmevrouw vroeg ons ook niet waar we vandaan kwamen, of we Bulgarije leuk vonden en of we lid wilden worden van het zangkoor.

Eenmaal buiten bedacht ik me dat ik ook in deze bibliotheek geen catalogus had gezien. Die moest me zijn ontgaan maar omdat we op zoek moesten naar een tandarts komt dat een andere keer wel weer. Een gaatje vullen bleek wat later trouwens een stuk vlugger te gaan dan het vinden van kookboeken.




woensdag 1 maart 2023

Dikbuikjes, hinkstappers en kosmokotki.

Er is natuurlijk wel altijd wat. Met de poezen.

Lies was zwanger. Eind december wisten Annet en ik dat echt zeker. Haar buik werd haast zienderogen dikker. In de breedte. Dat moest wel komen door kleine poesjes in opbouw. Omdat er al vier binnenslapers zijn kreeg Lies, die al hele dagen schuwig bij ons rondhing, een superdeluxe buitenbed. Een mand, op een tafel in de overdekte ruimte naast het huis, met isolatiespul onder de mand en een schapenvacht er overheen. Ze was er blij mee, trots op zelfs. Maar er kwamen geen poesjes, en daarna nog steeds niet. En toen werd het opeens drukker met allerlei katers. Lies was krols! En nu ben ik gek op poezen hoor, maar krolse katten zijn wat anders. Opeens werd de winterse stilte bruut doorbroken door boze keelklanken uitstotende, op Lies jagende bodybuilderkatten. Die katers zaten maar tegen elkaar aan te kokhals miauwen, urenlang. Een week lang joegen we op sex beluste katten de tuin uit. En onze brave binnenslapers bekeken het allemaal met grote, verbaasde ogen. Lies mag in haar eersteklas buitenbed blijven slapen maar we laten haar wel steriliseren. Al moeten we haar dan nog wel even vangen. Wat nog een dingetje zal blijken te zijn. 

Annet was even een paar dagen naar Nederland, en ja we hadden afgesproken dat er geen poezen meer bij zouden komen. Vier binnenslapers en twee buiteneters, het was genoeg. Maar toen was daar plots Henk. Henk kwam op een natte ochtend verfrommeld en viezig met Ollie mee gehinkstapt (we verdenken Ollie, die het met iedereen goed kan vinden ervan dat die tegen andere poezen "Kom gezellig bij mij eten, plek zat" zegt). Henk gebruikt maar drie van zijn benen. Het vierde houdt hij krampachtig omhoog. Gulzig schrokte hij twee bakjes brokje naar binnen. En nu komt hij elke dag een paar keer langs. Net als de rest laat hij de brokjes die hij wat minder lekker vindt al liggen. Maar hij heeft een erg vriendelijke en beleefde miauw. En een poes met maar drie bruikbare benen stuur je ook niet weg.

En toen kon Gijs niet meer plassen. Daar zit een heel stuk van moeilijk doen voor maar, nou ja, zo is Gijs. Onder protest ging hij mee naar de dierenarts. Een nieuwe, aardige man met beter Engels dan dat van ons. Maar dat maakte het feit dat de blaas van Gijs overvol was en dat er niets meer uit kon door een blokkade niet minder vervelend. De dierenarts gokte dat het door het water kwam. De poezen drinken kraanwater en dat water is hier vreselijk hard. De gemiddelde waterkoker houdt het hier een half jaar vol, dan is hij stuk. Er schijnen hier ook meer dan gemiddeld nierstenen voor te komen. Maar goed, Gijs kreeg een katheter. En om te zorgen dat hij dat niet lostrok kreeg hij een plastic kap om, en werd hij in een soort luier gehesen. Daar moesten we precies drie minuten om grinniken. In die drie minuten verzonnen we de bijnaam "kosmokotka" (kotka is kat). Maar daarmee was de lol wel voorbij. Een dag lang heeft Gijs geprobeerd de kap om zijn hoofd af te krijgen, hij strompelde al kapstotend overal tegenaan en voelde zich overduidelijk ernstig waardeloos. Na een dag leek zijn blaas schoon en mocht het katheter eruit. De medicijnen die hij daarna kreeg spuugde hij uit en eten vond hij ook al niet boeiend meer. Nu gaat het wel weer goed met hem maar of het echt allemaal voorbij is, ik hoop het. Maar zeker weten doe ik het nog niet. 

En zo is er altijd wel wat. Met de poezen. En met ons.