woensdag 15 mei 2024

Gerania

Helemaal goed herinner ik het me dus niet meer. Ik wist zeker, dacht ik, dat de plantenbakken rechts stonden, meteen tegen de achterklep. Ik zie mezelf nog met een literfles water langs het verbaasd kijkende receptiemeisje van het snelweghotel in Roemenië lopen om de planten water te geven. Rechts, meteen als je de achterklep opendeed. Maar daar stond, als je op de foto kijkt een knoesterige cactus. Die heeft het niet gered trouwens, die vond de winter in Bulgarije maar niks. 

Toen we hierheen reden, bijna drie jaar terug, lagen de laatste restjes van ons leven in Nederland achter in de auto. Een doos met foto's, wat kleren, een cactus, de klok die ooit bij mijn ouders in de winkel hing. Troepjes, zooitjes. En de plantenbakken.

Ik denk wel dat mijn moeder sprak tegen haar planten. Al weet ik niet wat ze zei. Ze kon, naarmate ze ouder werd, nog weleens raar uit de hoek komen. Als je in het ziekenhuis zat te wachten kon ze net iets te hard iets zeggen over een, in haar ogen, onflatteuze broek van een andere wachtende. Maar ze lachte er heel vriendelijk bij, dus er werd nooit iemand merkbaar boos. 

Maar ze hield dus van haar planten. Eeuwig kon ze er aan tutten. 

Nou ja, niet eeuwig natuurlijk. 

Toen ze, bijna negen jaar geleden overleed en Annet en ik haar appartement leegruimden moesten we ook wat met haar planten. Kleding en meubels, die raak je wel kwijt aan goede doelen. Maar planten, nee. Ze zomaar weggooien ging ook niet. Ik ben al niet zo goed in weggooien en dan de dingen wegdoen waar ze een paar dagen daarvoor nog aan gezeten had, tegen had gepraat. 

Och. Daarvoor, ver daarvoor. Ze woonden, mijn vader leefde toen nog in een huis met een tuin. Mijn moeder had een broer, Henk. Grote man, nogal duidelijk in wat hij vond. Hij werkte bij de gemeente Amsterdam, iets met groen. Elk jaar kwam hij in het voorjaar met een auto vol planten en die zette hij dan samen met mijn moeder in de tuin. Nou ja, hij deed alles, "Laat mij dat nou maar doen Thea". Maar, dat jaar kwam hij maar niet. Dus kocht mijn moeder zelf planten en zette ze in de tuin. En, je kunt het aan zien komen, toen belde hij. En echt, de avond voor hij kwam hebben mijn ouders toen alle net geplante planten uit de tuin gehaald en bij de buren in de schuur gezet. Want haar broer voor het hoofd stoten, dat kon niet. 

Maar daar gaat het dus niet over. 

Op het balkon stonden drie bakken met geraniums. Die stonden het daar moeilijk te hebben met de wind in Den Helder. En veel zon kregen ze ook niet. Wel was er elke zaterdag een draaiorgel dat, precies onder dat balkon de hele dag stond te draaiorgelen. Maar of ze daar nu beter van groeiden.

De drie bakken hebben een paar jaar op het balkon van Annet en mij gestaan. Ze deden het goed. Wij hadden de hele dag zon. En er was ook geen draaiorgel. 

Ik geloof dat het vanzelfsprekend was dat de gerania (elk stel heeft zijn eigen taalafwijkingen) mee naar Bulgarije zouden gaan. Misschien hadden we iets zinvollers mee kunnen nemen. Maar echt gek op zinvolle dingen ben ik ook al nooit geweest. Dus kwamen ze achter in de auto terecht.

En hier groeien diezelfde gerania rustig door. Vijf plantenbakken en wat losse in potjes zijn het er nu. In de winter gaan ze naar binnen, waar het net iets minder koud is als buiten. Elke winter kijk ik af en toe bezorgd hoe ze bruinig worden. Soms zeg ik dan iets bemoedigends tegen ze. 

En ook deze lente komen er weer bloemen aan. Weer een jaar. 

Weer een jaar.

donderdag 2 mei 2024

"Heeft u ook een roman uit Bulgarije?"

Vanaf mijn zestiende tot mijn achtenvijftigste werkte ik in bibliotheken. In die tijd beantwoordde ik vaak, of soms, of op het hoogtepunt van mijn carrière nog maar zelden vragen van bezoekers. In al die jaren heeft er nooit, en ik heb dat bijgehouden, iemand gevraagd naar een boek over Bulgarije. Er was geen vraag over fictie. Er was geen vraag over non fictie.

Bulgaarse fictie, of boeken over Bulgarije, er zit niemand op te wachten. Het lijkt me dus goed dat ik eens een lijstje maak van wat er in mijn boekenkast staat. Daar is geen behoefte aan. Er is ook geen vraag naar. Al met al, het heeft geen zin. Daar doe ik het voor.

Vandaag romans.

Julian Barnes - Het stekelvarken. Dunnig boek over het proces tegen een voormalig communistisch dictator. Al vlug blijkt dat het einde van het proces net zo vaststaat als bij de showprocessen die de communisten zelf organiseerden. Zoals wel vaker gebruikt Barnes de realiteit om die vervolgens wat te herschikken. Nergens in het boek wordt Bulgarije met name genoemd maar de dictator die terecht staat is Todor Zhivkov. Zhivkov was een wat boerse man die aan de macht was van 1956 tot 1989. In de realiteit werd hij veroordeeld maar vanwege zijn gezondheid mocht hij zijn straf thuis uitzitten. In 1996 werd hij alsnog vrijgesproken. In '98 overleed hij. Fijn boek, goed geschreven. Aanrader.

Kapka Kassabova - Street without a name. Er worden niet erg veel Bulgaarse boeken in het Nederlands vertaald. Vaak begrijp ik dat, bij dit boek is het jammer. Kassabova beschrijft haar jeugd in Sofia tijdens het late socialisme. Vanaf de jaren 70 was het idealisme wel verdwenen in Bulgarije. Onder het late socialisme was er een soort van stilzwijgende overeenkomst tussen staat en bevolking. De staat bemoeide zich niet al te opzichtig met de bevolking en de bevolking deed alsof ze nog in de leuzen geloofde. "Street" is een mooi, soms hilarisch maar natuurlijk ook droef verhaal over opgroeien in de grauwe flats aan de randen van Sofia. 

Kapka Kassabova - Border. Ik dacht dat dit boek ook in het Nederlands was vertaald maar ik kan het zo vlug niet vinden. Heel erg zonde. In "Border" reist Kassabova langs de grens van Bulgarije met Turkije en Griekenland. Ze spreekt er mensen en schrijft hun verhalen en geschiedenissen op. Dat klinkt misschien wat simpel maar Kassabova kan razend knap, toegankelijk en vooral erg menselijk schrijven. Leest dit boek allen

Ilija Trojanow - Macht en verzet. Ja, een vertaald boek. Twee mannen, Konstantin en Metodi groeien op in hetzelfde Bulgaarse stadje. Konstantin gaat in het verzet tegen de socialistische machthebbers. Metodi komt bij de binnenlandse veiligheidsdienst terecht. Konstantin pleegt een aanslag, wordt gearresteerd en voor jaren opgesloten. In het boek probeert hij, jaren en jaren later te achterhalen wie hem verraadde. Trojanow neemt zijn tijd voor het verhaal, 440 pagina's doet hij er over. Dat is wat lang. Te lang misschien. Boeiend is de moeite die Konstantin moet doen om zijn eigen dossiers in te zien die de veiligheidsdiensten over hem hadden. Dat is hier nogal een open zenuw, die dossiers. Er is lang aan allerlei touwen getrokken om de dossiers openbaar te maken. Heel even waren ze dat maar toen was er toch plots weer een bezwaar en was (en is) alles weer geheim. Omdat de kans klein is dat je dit boek ook echt gaat lezen kan ik wel verklappen dat de aanslag waarvoor Konstantin werd veroordeeld een aanslag was op een beeld van Stalin. Slechts één voet van het beeld werd lichtjes beschadigd. O, en de aanslag heeft echt plaatsgevonden las ik laatst. 

Ilija Trojanow - De wereld is groot en overal loert redding. Prachtige titel. Het boek gaat, volgens de achterflap, over Alexander die vanuit Bulgarije vlucht naar Italië en later Duitsland. Maar gelukkig wordt hij niet. Ondanks de prachtige titel is het me nooit gelukt het boek uit te lezen. Ik probeerde het laatst weer en ik kwam tot pagina 43. Bulgaarse literatuur wil zich nog wel eens te buiten gaan aan oeverloze zinnen zonder al teveel interpunctie en vooral zonder enige doelgerichtheid. En er is nogal een hang naar mystiek (of een ander woord waar ik nu niet op kan komen). Ik kan daar weinig mee. Maar, prachtige titel.

Miroslav Penkov- East of the west, a country in stories. Korte verhalen. Ook dat nog. Verhalen over een jongen die emigreert naar de VS en op eBay het gebalsemde lijk van Lenin koopt en het op laat sturen naar zijn achtergebleven grootvader. Verhalen over liefdesbrieven van zestig jaar terug. En het ongemeen droeve verhaal over een jongen die verliefd is op een meisje aan de andere kant van de rivier. De rivier wordt een ondoordringbare, politieke grens en wanneer hij jaren later eindelijk bij het meisje kan komen, ach, het is te treurig. Maar mooi treurig. Ik lees het boek eens in de paar jaar en het verveelt nooit.

Hristo Karastoyanov - The same night awaits us all. In 1925 ontmoeten de anarchist Sheytanov en de dichter Milev elkaar. Ze besluiten samen een literair tijdschrift op te richten. Als Milev een gedicht over de bloedig neergelslagen opstand van 1923 publiceert duiken de veiligheidsdiensten (ja, ook toen al) op de twee. Het loopt daarna erg bloederig en erg slecht met hen af. Prachtboek maar ik geef toe dat je er waarschijnlijk voor in Bulgarije moet wonen. En je moet een meer dan oppervlakkige belangstelling hebben voor de opstand van 1923. "Leuk" is de toelichting die de vertaler geeft. Het boek is geschreven in één van de 40 (!) werkwoordsvormen die het Bulgaars heeft. De door de schrijver gebruikte vorm gebruik je als je het hebt over gebeurtenissen waar je zelf niet bij bent geweest. Niet te doen, verzucht de vertaler. Ik bedacht me dat ik nog maar vier werkwoordsvormen ken. En van die vier is er één (het imperfectief) die ik heel soms denk te begrijpen maar dan, nee toch weer helemaal niet.

Ook nog erg beroemd is Georgi Gospodinov. Hij schreef "De wetten van de melancholie". Dat boek heb ik ooit gekocht maar ik heb het niet meegenomen naar Bulgarije en ik kan me er ook niets van herinneren. Gospodinov won de Booker prize 1923 voor "Schuilplaats voor andere tijden". Ik bladerde door dat boek toen ik vorig jaar in Nederland was maar, nou ja, mocht je het gelezen hebben en het is toch de moeite waard en te begrijpen laat het me dan even weten.

Meestal regent het hier in april. Maar dit jaar is de regenmaand wat opgeschoven. Grote kans dat ik daarom volgende week de non-fictie doe. Dat je dat vast weet.