Net als andere dorpen heeft Palamartsa twee begraafplaatsen. De grootste ligt aan de weg naar Gagovo. Die weg is zo slecht dat het best handig is dat er begraafplaats naast ligt. Op deze begraafplaats liggen de Bulgaarse Bulgaren. De tweede begraafplaats is veel kleiner en ligt tien minuten lopen van ons huis vandaan. Hier liggen de Turkse Bulgaren.
Het duurde even voor ik doorhad dat het een begraafplaats was. Het heeft een indrukwekkend toegangshek met een nog indrukwekkender hangslot. Maar de rest van het hek bestaat uit één draad verroest prikkeldraad. Op één meter zestig hoog of zo. Zelfs mijn stijve lijf komt daar onderdoor.
Het is een begraafplaats zoals alle anderen. Maar ook weer niet. Al moet je daarvoor de grafstenen lezen.
Links ligt Isuf Mehmed Mustafa, rechts ligt Asan Aliev Mustafov. Die namen lijken teveel op elkaar om geen familie te zijn. Het verschil tussen de namen verwijst naar één van de donkere periodes van dit land.
In Bulgarije woont sinds de Ottomaanse tijd een forse Turkse minderheid. Eind 1983 besloot de Bulgaarse Communistische Partij (BCP) dat deze minderheid moest assimileren. Het spreken van Turks werd in sommige plaatsen verboden, de enige krant in het Turks werd verboden en, het meest ingrijpend, iedereen met een Turkse naam moest een Slavisch klinkende naam aannemen. En als je het zelf niet deed kreeg je er één toegewezen. De maatregelen zorgden voor enorm veel onvrede. Er waren protesten, er was geweld, er waren zelfs bomaanslagen. In 1989 gaf de BCP Turkse Bulgaren toestemming om naar Turkije te emigreren. Men dacht dat er een paar duizend zouden gaan. Het werden er zo'n 370.000.
Ik kan me, heel erg vaag herinneren dat ik op tv beelden zag van de enorme files bij de Turkse grens. Heel erg vaag.
Het vertrek van zoveel inwoners zorgden voor enorme problemen. Veel Turkse Bulgaren waren landarbeider en door hun plotse vertrek kon er nauwelijks geoogst worden. De BCP ging er vanuit dat het buitenland zich niet zo druk zou maken om de uittocht. Maar toen ook de Sovjet Unie reageerde met (erg vrij vertaald) "Jongens zijn jullie dom of zo?" werd het uittocht een flinke nagel in een doodskist die al bijna af was.
Waarom de BCP het besluit tot assimilatie nam is nooit helemaal duidelijk geworden. Er was de officiële "iedereen is gelijk" partijlijn. Maar er wordt ook gesuggereerd dat het veel hogere geboortecijfer onder de Turkse Bulgaren de regering zenuwachtig maakte over hun dominantie op termijn. En het is ook heel goed mogelijk dat de BCP in het toen economisch stagnerende Bulgarije met deze maatregel in het gevlei wilde komen bij de Bulgaarse meerderheid. Tussen de twee bevolkingsgroepen is het bepaald niet altijd koek dan wel ei.
Na 1989 keerden zo'n 70.000 Turkse Bulgaren terug uit Turkije, daar konden ze niet wennen. Ze konden hun oude, hun eigen naam weer terugkrijgen. Op het kerkhof zie je dat veel dat deden, maar weer niet allemaal.
Waarom niet? Zoals zo vaak heb ik weer eens geen idee.
Nog vele mysteries in Bulgarije. Interessant.
BeantwoordenVerwijderen