donderdag 8 juli 2021

Roadtrip

"Kijk daar nou, daar gaat een vrouw op een elektrische step".            "Misschien gaat ze kijken hoever het nog is?".                            Rechts van ons perst een grote, witte vrachtwagen zich langzaam over de vluchtstrook naar  ergens verder weg.                                "Het is wel te hopen dat de chauffeur haar ziet steppen".                  "Ik denk niet dat dat hem nu nog wat kan schelen eigenlijk".

Verzinnen dat je in Bulgarije gaat wonen is makkelijk. Het ook echt doen is lastiger. Al vorige jaar spraken we met Dirk, de mythische Belgische transporteur af dat hij eind mei onze spullen op zou halen in Den Helder. Via Facebook. Er zijn verschillende meningen over wat er nu waar verkeerd ging maar in ieder geval, mei werd het niet. En de afspraak daarna ook niet. Dirk's auto ging grondig kapot. De derde keer lukte het. In een busje waar eerst volgens mij nog geen klein hondenhok in paste gingen de spullen van Annet en mij naar Bulgarije. Wij zouden met de auto gaan. Omdat een auto In Bulgarije best handig is en bovendien, zo zouden we Mika meenemen. Helaas kon dat niet meer. Toch hielden we, kleine dwangneurootjes die we zijn vast aan de oorspronkelijke planning. In vier dagen en nog wat naar Bulgarije. Zoeven over de Duitse autobahn, besneeuwde bergtoppen in Oostenrijk, eindelijk eens zien hoe Hongarije er uit zag, de enorme bossen met groepjes beren in Roemenië. We hadden zin in de roadtrip.

In Cowgirl zit een gitaarbreak. Al het andere geluid valt weg, er is de gitaar en dan komt plots de dreun weer terug. Puffend en met een blik die al een uur of wat leeg is draait Annet de volumeknop van de autostereo op bijna maximaal. Het moet tot ergens bij de grens, waar die ook moge zijn, gehoord zijn. We zijn even vrolijk maar de gezichten in de andere auto's, waarvan door de idiote hitte ook alle raampjes van open staan geven geen enkele blijk van leven meer. Iedereen staat al uren praktisch stil. Het is heet, het is saai en niemand weet hoe lang het nog gaat duren.

Van Duitsland herinner ik me eigenlijk alleen de verstikkende files. Van de 14 uur in de auto stonden we er 7 stil. Oostenrijk zal besneeuwde bergtoppen hebben maar ik zag ze niet. Mooi verder hoor maar zodra er een rijtje van 3 auto's ietsje langzamer ging reden schoten we al in de "Nee, alweer een file!" modus. Hongarije bleek het perfecte Schengenland, de hokjes van de grenswachten waren onbemand. Verder zag ik 3 paarden (op 1 veld), 3 mensen op een fiets (niet in 1 veld) en wat vogels. Erg stil land en bijna net zo vlak als Nederland. In Roemenië zagen we natuurlijk geen beren maar wel erg veel vrachtwagens. Die allemaal harder wilden rijden dan wij deden en dat is lastig op een tweebaans weg door de bergen. 

"Kijk nou! Kijk nou!"                                                                    "Nee!"                                                                                                "Echt, nee, dat kan toch niet!"                                                      "Wat een (voeg redelijk erge scheldwoorden met, naar believen verwijzingen naar de dubieuze houding van veel Oostenrijkers in de Tweede Wereldoorlog toe)!"

Na 3 uur wachten bereikten we eindelijk de Oostenrijkse grens. Daar bleek dat de grenswachters alle auto's uit Duitsland (en dat waren er heel erg veel op de dag dat veel Duitsers met Turkse achtergrond naar Turkije vertrokken) door 1 nauwe ingang persten. Werd er gecontroleerd? Welnee, de heren stonden gezellig met elkaar te kletsen in een hokje.

De grens tussen Roemenië en Bulgarije is de Donau. Je gaat daar over een brug. Zo één uit een oude spionagefilm. Nog aan de Roemeense kant stonden we weer een tijdje stil voor een man in een hokje. Toen we eindelijk aan de beurt waren gaven we hem het stapeltje met paspoorten, gele boekjes en vaccinatiebewijzen. We werden gecontroleerd! Hij keek verwonderd naar het stapeltje en vroeg om 3 euro tol voor het gebruik van de brug. Hij glimlachte er wel bij.

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten