dinsdag 15 juli 2014

De man op het uitvouwbare krukje


Hij was later gekomen dan de meesten. Er zaten al mensen op de grond voor de eerste rijen met slechtzittende stoeltjes. Hoewel er geen plek meer leek te zijn vond hij er toch één, precies in het midden. Hij moest er een meisje voor overtuigen om wat op te schuiven maar toen was er plek en kon hij zijn uitklapkrukje neerzetten.

Die zie je soms, niet veel maar soms. Mensen met een uitvouwbaar krukje. De hele zaal lijkt vol, mensen zitten, hangen en staan maar met zo'n uitklapkrukje is er altijd plek.Mensen in de buurt gniffelen altijd als er zo'n krukje verschijnt. Maar na een half uur moeizaam hangen of op de plaats hinkelen wil bijna iedereen wel op zo'n krukje.

Ibrahim Maalouf speelde zacht en dan weer hard. Melodieus, sentimenteel,  gevoelig, en dan leek het weer een beetje op een arabische bruiloft waar het recalcitrante neefje een hardrock cd opzet. Technisch angstig goed, integer, vriendelijk. Ergens, op de helft of driekwart speelde hij heel zacht, een melodie die wel moest ontroeren, zelf al weigerde je dat toe te geven. Ergens op het eind van de solo gingen er steeds meer mensen staan. Ze klapten, en bleven klappen tot de hele zaal stond. Maalouf wilde wat zeggen, maar kwam niet boven het applaus uit. En niemand ging meer zitten. Platspelen kan ook betekenen dat mensen juist gaan staan.

De man op het uitvouwkrukje was ik toen al uit het oog verloren. Maar voor iedereen ging staan had ik hem nog gezien. Hij zat voorovergebogen op de maat heen en weer te wiegen met zijn hoofd. Helemaal in de muziek zat hij. Toen zijn hoofd een keer naar links draaide, en ik toevallig zijn kant op keek zag ik hoe er brede stromen van tranen over zijn wangen liepen.

Drie dagen tussen de suspecte vastgoedhandelaren met lichtroze overhemden, tussen de strakgejurkte  meisjes die slechts champagne nippen en elkaar hautaine luchtkussen geven. Drie dagen duur, maar vooral te matig eten, drie dagen tussen duizenden mensen die allemaal voor wat anders komen en ook allemaal tegelijk een andere kant op willen en gaan.
Soms is het daar alleen maar irritant, vaak is het leuk, of aardig, of boeiend en in een goed jaar er één moment waarin "het" gebeurt.

En dat "het" is dan weer lastig te omschrijven.
Al denk ik dat de man op het uitvouwbare krukje het begreep.

Ik kwam vanmorgen op het werk en iemand vroeg "hoe was het gesprek met de gemeente vorige week?", en ik kon het me even echt niet meer herinneren. Het was voor een groot deel gewoon verdwenen. Ik moest een tijdje praten voor het langzaam weer terug kwam.

zaterdag 5 juli 2014

Beste F.

Ik zou je eigenlijk vorige week al schrijven maar toen was het allemaal erg donker. En zicht op het vinden van het lichtknopje was er ook niet.

Je vroeg hoe het ging. Nou, niet zo zeg maar. De laatste twee weken waren heftig, of hevig, of alle twee.

Zoals je denk ik wel weet hoorde ik ergens eind april of zo (ik ben de tijd een beetje kwijt de laatste weken) dat er 40% op de bibliotheek Langedijk bezuinigd zou worden. Niet dat iemand vond dat de bibliotheek overbodig was, of dat het werk dat we deden plots zinloos was geworden, het was een automatisme.

Tijdens de vorige raadsperiode werkte het college aan een nieuw subsidiebeleid, maatschappelijke kaders, doelen, resultaten, opbrengst, dat soort dingen. Helemaal geen slecht idee maar op het allerallerallerlaatst werd het voorstel door de gemeenteraad verworpen. En toen dat gebeurde gold er, de gemeente zit namelijk ernstig in de financiële problemen, voor alle instellingen, voetbalclubs, tennisvelden verzin het maar een bezuiniging van 40%. Geen argumentatie, geen beleid, geen visie, gewoon een rekensom.

Begin juni kregen we een officiële aankondiging van de bezuiniging. En toen was het niet meer tegen te houden. Het niet in gang zetten van maatregelen zou het zekere sluiten van de hele bibliotheek betekenen.

Je hoort het vaker, te vaak, dat er medewerkers van bibliotheken ontslagen worden. Ik ben al zo oud dat in de tijd dat ik begon mensen hoogstens ontslagen werden als ze zwaar incompetent, permanent dronken of diefstallerig waren. Dat is nogal veranderd. Al lees je er weinig over. In de bladen of op de glanzende websites. Het ontslaan, wat veel moet gebeuren tegenwoordig, voltrekt zich achter een scherm. Voordat scherm doen we leuke dingen, praten we over 3d printers, marketingacties en het nut dat bibliotheken hebben in het decentralisatieproces. Achter het scherm wordt er ontslagen. Achter het scherm is het donkerder.

Ik ga me niet beklagen hoor, echt niet. Dit is mijn werk, en ik weet dat dit nu zo moet, niet anders kan. Maar f... zeg, 6 mensen vertellen dat ze per 1 september boventallig worden (om maar in de juiste taal te praten) ... En, maar dat weet je, dit is een heel klein bedrijf. Ik ken al die mensen al jaren, ik weet hoe ze denken, ik ken hun persoonlijke situaties, hun geschiedenis. De ene dag maak je nog grappen, is er een "wij". Maar na gesprek 1 is er geen grap meer. En het "wij" is plots "jullie" en "zij" geworden. Maar over dat soort dingen, de dingen die gebeuren achter het scherm lees je niet. Daar praten we misschien liever niet over.

Dus de afgelopen twee weken waren er die gesprekken. En deze week was er de politiek. Twee raadsvergaderingen, over de kadernota. De laatste weken heb ik veel tegen mensen aangepraat, mensen die in partijen zitten enzo. Maar er gebeurde niet echt wat, er schoof niks of niemand merkbaar. Afgelopen week werd dat iets anders. De voorzitter van het bestuur sprak in met een soort "best of" van al de teksten die we de laatste weken gebruikt hebben. En hoewel geen van de ingediende moties het haalde, en hoewel er nog steeds niets echt is veranderd lijkt er plots een besef te zijn van "wacht, misschien moeten we toch eerst nog even heel goed met elkaar gaan praten".
En dat besef zou het gezochte lichtknopje in het duistere donker wel eens kunnen zijn.

Beter laat dan nooit heet het dan geloof ik. Dus nee, ik heb nog niet echt zicht op een echte oplossing. Al denk ik, misschien te positief of te naïef wel dat we, onder hevige tijdsdruk al pratend nog ergens kunnen komen.

Want wat er nu gebeurt is eigenlijk belachelijk. Wij bezuinigen onszelf regelrecht een graf in terwijl we weten dat over het grootste probleem, de huizenhoge huur, door de gemeentelijke huisbaas zwaar wordt nagedacht om die aan te passen tot een bedrag dat normaal is. En die bezuinigingen en de huur zijn nu twee gescheiden processen. Al pratend moet dat toch tot 1 gemaakt kunnen worden lijkt me.

Misschien is dit allemaal geratel. Dat kan. Je hersenen gaan met dit soort dingen in een soort permanente staat van overdrive.  Je hoort het vast nog wel, hoe het verder gaat.

Liedje erbij.
Prettig weekend.