"O nee he. Kijk nou. Rij 3 is helemaal vooraan".
"Rij 3 kan niet helemaal vooraan zijn. Dan zou het rij 1 geheten hebben."
"Nou kijk dan, wat staat daar dan? Staat er een 3 op de stoeltjes van de voorste rij of niet?"
Rij 3 was inderdaad helemaal vooraan. Voor ons was niets. Ja, een heel groot, heel leeg podium. Goed, links stond er nog een blok. Met twee draaitafels en wat boxen. Maar verder was er alleen maar heel veel leegte. En niemand die voor ons zat.
‘Het is 1986 en d’r heerst pest, de helft van
mijn vrienden is dood en ik ben nog maar 31
en godverdomme elke morgen als ik wakker
word denk ik dat Louis naast me ligt en dan
duurt het minuten voor ik in de gaten heb
dat ik alleen ben, dus ja, misschien begin ik
te flippen.’
mijn vrienden is dood en ik ben nog maar 31
en godverdomme elke morgen als ik wakker
word denk ik dat Louis naast me ligt en dan
duurt het minuten voor ik in de gaten heb
dat ik alleen ben, dus ja, misschien begin ik
te flippen.’
Toneelgroep Amsterdam speelde in De Stadsschouwburg in Amsterdam gisteravond "Angels in America" van Tony Kushner. "Angels" speelt in de jaren 80, Reagantijd. Het stuk gaat over Aids, liefde, doodgaan, verlaten worden, liegen, keuzes maken, macht, overleven. En waarschijnlijk over nog wel wat dingen.
En ja, daar zit je dan. Nu dan, de dag erna. Kijk, over muziek, concerten, cd's, daar kan ik misschien wel aardig over schrijven. Daar weet ik wel wat van. Maar van toneel. Wat weet ik daar nou van? Het stuk duurt een tijd, een uur of 5. Met een pauze. Maar die 5 uur zijn ook maar een bijkomstigheid, die waren zo voorbij.
Het toneel bleef de hele avond leeg, op die twee draaitafels na. Uit de boxen kwam soms muziek van David Bowie. Er stonden geen stoelen, geen tafels, geen ziekenhuisbedden. Er waren alleen spelers en de teksten die ze spraken. Maar vanaf het eerste moment was dat wat er op het podium gebeurde alle realiteit die je nodig had. Was je daar waar het gebeurde.
Dat klinkt ook niet erg goed. Kijk, als het nu muziek was geweest dan had ik een linkje kunnen leggen met de laatste opnames van de pianist Bill Evans. Daar kun je alleen in stille verbazing en bewondering naar luisteren omdat alles klopt, elke noot, elk loopje, alles past, alles valt precies op zijn plek.
Maar ja, het was toneel, geen muziek. Dus kan ik het niet goed opschrijven. Ja, ik zou kunnen zeggen dat ik soms tranen in mijn ogen voelde. Niet eens omdat het soms erg emotioneel en aangrijpend was wat je zag maar misschien meer door het besef dat je zit te kijken naar iets dat zo ontzagwekkend goed gespeeld werd. Maar in die zin is "goed" weer een veel te weinig zeggend en ook veel te zwak woord. Dus kan je zo'n zin maar beter weglaten.
‘De blanke lul die het volkslied schreef
wist wat ‘ie deed. Het woordje ‘free’
componeerde hij op zo’n hoge noot dat
niemand erbij kon. De moord op de vrijheid.
Doelbewust. Kom mee naar kamer 1013 van
mijn ziekenhuis. Dat is Amerika. Terminaal,
gek en slecht.’
wist wat ‘ie deed. Het woordje ‘free’
componeerde hij op zo’n hoge noot dat
niemand erbij kon. De moord op de vrijheid.
Doelbewust. Kom mee naar kamer 1013 van
mijn ziekenhuis. Dat is Amerika. Terminaal,
gek en slecht.’
Dinsdag en woensdag wordt het stuk nog gespeeld in Amsterdam. Ga maar kijken en laat dan maar weten of je wel goed op kunt schrijven waarom je het zo indrukwekkend en prachtig vond.
Toen ik de voorstelling een paar jaar geleden zag zat ik naast een groepje leernichten die enorme zakken snoep bij zich hadden, alsof ze in de bioscoop zaten. "Want hoe moeten we anders die 5 uur doorkomen?".
BeantwoordenVerwijderenDie zakken zijn nauwelijks open geweest, daar kwamen ze helemaal niet aan toe. Veel te druk met met open mond naar het toneel kijken....
Ik zat zelf naast een gezin van moeder, vader dochter. Die waren rustig. Voor het stuk na de pauze weer verder tuurden ze elk op hun eigen smartphone. Dat was een mooi plaatje, even vroeg ik me af of ze misschien met elkaar aan het twitteren waren.
BeantwoordenVerwijderen